De zaak kwam in 2017 aan het licht na een melding van de IAP, een internationale organisatie waarin aanklagers zijn verenigd. De IAP had aanwijzingen dat er geld verdwenen was en dat de secretaris-generaal als beheerder van de financiën daarbij betrokken was. Het leidde tot een strafrechtelijk onderzoek, dat begin 2020 door het Functioneel Parket werd overgedragen aan het arrondissementsparket Oost-Brabant. In het onderzoek zijn verschillende betrokkenen gehoord, onder wie de medewerker. Hij zou een bedrag van ruim 13.660 euro hebben verduisterd.
Onzorgvuldig
Uit het onderzoek komt een beeld naar voren van een man die zeer onzorgvuldig omging met de financiën van de stichting. Bij vergaderingen met het stichtingsbestuur, waar hij financiële verantwoording moest afleggen, verzon hij smoesjes waarom bijvoorbeeld jaarrekeningen nog niet gereed waren. De jaarverslagen werden opgesteld door accountants en als penningmeester moest de verdachte daarvoor de benodigde informatie aanleveren. Ook hier was de man vaak te laat of gebruikte hij smoesjes
Privédoeleinden
Uit het onderzoek is gebleken dat de man de zakelijke creditcard van de IAP met grote regelmaat voor privédoeleinden gebruikte. Dit deed hij tijdens en rondom dienstreizen naar het buitenland, maar ook in zijn woonplaats Amsterdam of bij kledingwinkels in Den Haag.
Gebrekkige boekhouding
Van dit privégebruik hield hij een zeer gebrekkige boekhouding bij. De officier van justitie: ‘Bonnetjes werden daar niet aan ten grondslag gelegd. Op bankafschriften noteerde hij bij bepaalde opnames dat dit privé-opnames waren geweest of hij noteerde hierbij “kas”, waarmee hij aan wilde geven dat deze bedragen cash voor het IAP in zijn kluis thuis lagen.’ In de periode van 2012-2016 oversteeg dit contante bedrag op verschillende momenten de 100.000 euro. De man werd meerdere keren door de accountant aangesproken. Uiteindelijk zegt het IAP het vertrouwen op in de penningmeester en komt de zaak aan het rollen.
Zeer kwalijk
Het Openbaar Ministerie neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij op deze wijze is omgegaan met het geld van de stichting. Daarnaast heeft hij door zijn handelen het vertrouwen in het OM beschaamd. De officier van justitie eist een werkstraf van 180 uur en twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 2 jaar. Uitspraak in de zaak is over twee weken.