AMSTERDAM - Het OM heeft besloten de aangifte van mishandeling en poging tot doodslag die een ex-partner tegen Johnny de Mol heeft ingediend te seponeren. Onderzoek heeft niet geleid tot voldoende bewijs.
Volgens de aangeefster zou Johnny de Mol haar in de periode tussen 12 januari 2015 en 23 mei 2015, toen zij een relatie hadden, verschillende keren hebben mishandeld. Daarom heeft de aangeefster – inmiddels ex-partner van De Mol – op 15 december 2020 aangifte gedaan van mishandeling en poging tot doodslag. Het gaat om incidenten in Mexico op 12 januari 2015, bij het Edisongala in Amsterdam op 3 maart 2015 en op 22 en 23 mei 2015 op Ibiza.
De aangeefster had tegelijk met de aangifte twee letselverklaringen en een geluidsfragment ingediend. Ze is lange tijd niet beschikbaar geweest om gehoord te worden op haar aangifte. Uiteindelijk is dat pas gelukt op 30 maart 2022. Daarna heeft de aangeefster meermalen nieuwe geluidsfragmenten en namen van nieuwe getuigen aangeleverd.
In het strafrechtelijk onderzoek is De Mol gelet op de aangifte als verdachte gehoord. In dat verhoor heeft hij de mishandelingen ontkend. Drie getuigen die de aangeefster had aangeleverd hebben in het strafrechtelijk onderzoek een verklaring afgelegd. Deze verklaringen hebben onvoldoende steun opgeleverd voor de aangifte.
Voor de aangeleverde geluidsfragmenten geldt dat het fragmenten zijn van gesprekken zonder voldoende context. De aangeleverde foto’s zijn niet te dateren en het letsel op de foto’s is niet eenduidig. Ook de letselverklaringen zijn onvoldoende eenduidig gebleken.
Al met al heeft dit onderzoek niet geleid tot voldoende bewijs. Derhalve heeft de officier van justitie besloten de aangifte te seponeren.