AMSTERDAM - De officier van justitie heeft vandaag een celstraf van acht jaar geëist tegen een 31-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats die ervan wordt verdacht in juli 2021 op de Rozengracht een 45-jarige man te hebben doodgestoken. Een 36-jarige man, die ervan verdacht wordt geprobeerd te hebben zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, hoorde een celstraf van zes maanden tegen zich eisen.
Het dodelijke steekincident vond plaats in de nacht van zaterdag 17 juli 2021 op zondag 18 juli 2021 op de Rozengracht vlakbij de Westermarkt in het centrum van Amsterdam. Snel na de steekpartij kon de politie drie mannen aanhouden die werden verdacht van betrokkenheid. Twee van hen hebben een aantal maanden in voorlopige hechtenis gezeten. Op dit moment zit geen van de verdachten nog vast.
Confrontatie
Onderzoek door de politie, waarbij vele getuigen zijn gehoord, heeft duidelijk gemaakt wat er die nacht is gebeurd. Na een kroegentocht die al in de middag was begonnen, kwamen de verdachten kort na middernacht lopend aan op de Westermarkt. Toen zij de straat overstaken ontstond er een ruzie met de bestuurder van een voorbijrijdende auto. De verdachten zochten, zo is komen vast te staan dankzij de vele getuigenverklaringen, als eerste de confrontatie met het latere slachtoffer door tegen diens auto aan te schoppen.
De bestuurder stopte vervolgens de auto. Hij stapte uit en haalde, na een korte woordenwisseling met de mannen, een stalen buis uit de achterbak van zijn auto waarmee hij de 31-jarige man te lijf ging. Die op zijn beurt pakte een mes en stak acht keer in op de bestuurder. Nadat het slachtoffer was neergevallen, kwam de 36-jarige verdachte in beeld. Hij pakte de buis op en sloeg daarmee op de man die toen al gewond op de grond lag.
Naar het standpunt van het OM kan geen beroep gedaan worden op noodweer. Met name de 31-jarige verdachte had zich weliswaar mogen verdedigen tegen de aanval met de buis, maar die verdediging had dan wel proportioneel moeten zijn. Dat was niet het geval. Omdat de 31-jarige verdachte niets heeft verklaard over een hevige gemoedsbeweging van waaruit hij zou hebben gehandeld, is er wat het OM betreft ook geen sprake van noodweerexces.
Doodslag
De officier concludeert dat er in het geval van de 31-jarige verdachte sprake is van doodslag. Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier rekening gehouden met het feit dat het slachtoffer zelf ook geweld heeft gebruikt. Alles afwegende eist ze een celstraf van acht jaar en, omdat de verdachte vermoedelijk in het buitenland verblijft, gevangenneming.
Wat betreft de 36-jarige verdachte is het niet duidelijk geworden of hij wist dat het slachtoffer al was gestoken toen hij hem met de stalen buis sloeg. De officier van justitie eiste tegen hem vanwege zijn beperkte rol een celstraf van zes maanden.