AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tegen een 49-jarige man een gevangenisstraf van negentien jaar en ruim elf maanden plus TBS met dwangverpleging geëist voor het om het leven brengen van drie vrouwen. Het OM acht de Nederlandse man uit het Duitse Emmerich verantwoordelijk voor de dood van Monique Roossien (26), Mirela Mos (30) en Sabrina Oosterbeek (30).
In hoger beroep
In november 2016 werd een coldcase-onderzoek gestart naar de dood van Monique Roossien en Mirela Mos. De lichamen van beide vrouwen werden in Amsterdam gevonden. Het lichaam van Roossien in april 2003, dat van Mos in november 2004. Aan beide zaken kon de verdachte worden gelinkt dankzij een DNA-spoor. Sabrina Oosterbeek is om het leven gebracht in Amsterdam-Zuidoost in 2017.De rechtbank in Amsterdam veroordeelde de verdachte op 5 augustus 2019 tot een gevangenisstraf van veertien jaar en vijf maanden. Ook kreeg hij TBS met dwangverpleging opgelegd. Wel voor alleen de doodslag en het wegmaken van het lichaam van Mirela Mos. De rechters spraken hem vrij van de moord dan wel doodslag op de andere vrouwen. De officier van justitie kon zich niet vinden in dat oordeel en ging in hoger beroep. Zij vond dat er genoeg bewijs was voor drie veroordelingen.
Vreselijke dood en DNA
Volgens het OM zaagde hij het lichaam van Mirela Mos in stukken. Daarna verpakte hij de lichaamsdelen in vuilniszakken, die hij vervolgens in een plantsoen dumpte nabij de Gaasperplas. Ook Monique Roossien vond op een vreselijke wijze de dood. Ze werd zwaar mishandeld, dood en naakt teruggevonden. Voor oud vuil gedumpt, ruim achttien jaar geleden aan de Uitdammerdijk in Amsterdam-Noord.
Nieuw DNA-onderzoek heeft in de hoger beroepsfase geleid tot de vondst van nieuw bewijsmateriaal. Zo werd op knopen van gevonden vuilniszakken DNA-materiaal van Roossien en Mos aangetroffen. Ook kwam nog meer DNA-materiaal van de verdachte tevoorschijn. Dit op een andere knoop van een vuilniszak.
Verder werd er, naast al gevonden sporen, nog meer DNA-materiaal van Roossien aangetroffen op bloed en zandkorrels. Dit materiaal is gevonden op de achterbank van de auto van Mos. Volgens het OM is dit bij elkaar nog meer bewijs dat het de verdachte is geweest die naast Mos ook Roossien om het leven heeft gebracht.
Sabrina Oosterbeek
Het lichaam van Sabrina Oosterbeek is helaas nooit gevonden. Duidelijk is wel dat de verdachte als laatste contact met haar heeft gehad. Oosterbeek had, net als Mos, vaker seksueel contact met de verdachte. Al dan niet tegen betaling. In beide gevallen is er in de nacht voor de verdwijning seksueel contact geweest tussen de slachtoffers en de verdachte. Na die bewuste nacht is niets meer van de vrouwen vernomen.
Uit diverse verklaringen, overduidelijke patronen en het gedrag van de verdachte, in samenhang met de overige bewijsmiddelen, kan het volgens de aanklagers in hoger beroep, de advocaten-generaal (AGs), niet anders dan dat de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van zowel Mirela Mos, Monique Roossien en Sabrina Oosterbeek. “Bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag op de drie vrouwen en aan het verbergen, wegvoeren en wegmaken van het lichaam van Sabrina Oosterbeek.”
Helder verwoord
De verdachte heeft de nabestaanden een onmetelijk groot verdriet aangedaan. De AGs nemen het daarnaast de verdachte kwalijk dat hij nooit iets heeft verklaard over zijn daden. “Door te blijven zwijgen over zijn betrokkenheid, blijven deze mensen achter met vragen over het waarom - als daar al ooit een goede reden voor kan zijn - en het hoe van de dood van hun geliefde.”
In het geval van Sabrina Oosterbeek kan de familie haar nog altijd niet begraven, omdat haar lichaam nog altijd niet is gevonden. “Zij tasten vier jaar later nog altijd in het duister. Dat dit een enorme invloed heeft op hun levens, hebben de moeder en zus van Sabrina eergisteren heel helder verwoord.”
Maximale straf
De geëiste straf is de maximaal op te leggen straf. Dit heeft te maken met het feit dat voor meerdere doodslagen er maximaal een derde boven de hoogst mogelijke straf kan worden opgelegd. Bij doodslag is dat vijftien en dus twintig jaar. Omdat de verdachte intussen een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken heeft opgelegd gekregen, komt het OM tot deze strafeis.
Het gerechtshof in Amsterdam doet op 9 of 10 november uitspraak.