De 51-jarige Susanna Boon werd in januari 2016 door haar toenmalig partner – en verdachte- als vermist opgegeven. Ze had volgens hem hun woning in Amsterdam na een ruzie verlaten. Gedurende het onderzoek naar de vermissing van Boon, vooral in het begin, zoekt hij niet actief mee naar Susanna. Hij pakt vrij snel de draad van zijn leven weer op. Op 29 maart 2016 treft een wandelaar haar lichaam aan in een bos bij Nunspeet. Uit sectie blijkt dat ze om het leven is gekomen door verstikking. Omdat er geen snoersporen zijn gevonden, ligt verwurging meer voor de hand.
De politie onderzoekt meerdere scenario’s, ook naar de betrokkenheid van de verdachte. Tijdens het onderzoek werden de verdenkingen tegen hem alleen maar sterker. In april 2016 en februari 2017 werd hij aangehouden door de politie, maar resp. door de rechter-commissaris en door de raadkamer van de rechtbank vrijgelaten omdat er toen onvoldoende ernstige bezwaren en gronden waren.
Geen droom
Begin 2023 legt de jongste dochter opnieuw een verklaring af, ze is dan 15 jaar oud. Ze heeft kort daarvoor contact gehad met haar oudere zus en van haar te horen gekregen dat hun moeder door verwurging om het leven is gekomen. Ze geeft aan dat zij de avond voor Susanna’s vermissing gezien had dat haar vader zijn handen om de nek van haar moeder heeft. Haar moeder lag op de grond en maakte stikkende geluiden. Ze verklaart dat ze dit min of meer ‘vergeten’ was, omdat haar vader zij dat het een droom was, of in elk geval dat dit niet gebeurd was. Haar verklaring is gecheckt door in de woning te kijken of wat zij zegt gezien te hebben ook daadwerkelijk te zien is vanaf de plek waar zij zegt gestaan te hebben. Dat is volgens het OM inderdaad mogelijk.
Doodslag
Over de verdachte waren al eerder belastende verklaringen afgelegd. Getuigen hebben onder meer verklaard dat hij de omgeving van de vindplaats van het lichaam goed kende, omdat hij er in de buurt heeft gewoond en er regelmatig ging vissen. Ongeveer een maand voordat ze vermist raakte, had Susanna tegen een vriend gezegd dat hij, als er iets met haar zou gebeuren, aan haar partner moest denken. Het OM beschouwt de aanvullende verklaring, samen met andere getuigenissen, als voldoende bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de dood van zijn toenmalige partner. Aangezien het OM geen voorbedachte rade kan aantonen, kwalificeert het de zaak als doodslag.
De strafmaat voor doodslag was in 2016 nog 15 jaar en hiermee heeft het OM rekening mee te houden. De rechtbank doet op 11 november uitspraak.