De verdacht deed zijn uitspraken in online streams. Hij richtte zich onder meer tegen de advocaat die de gemeente Bodegraven vertegenwoordigt in een kort geding. Volgens verdachte zou de advocaat voor een militair tribunaal moeten verschijnen waar slechts de doodstraf kon volgen. Op een later moment zei hij nog meer specifiek: “Daar staat in mijn ogen de doodstraf op”, en: “U zult wat mij betreft ter dood veroordeeld worden”.
Op een ander moment ging de verdachte in op de uitreiking van een prijs aan Van Dissel, en wat er bij die prijsuitreiking zou moeten gebeuren. Hij start vervolgens een filmpje van demonstraties die eindigt met zwart beeld en het geluid van een explosie. “Dat is wat we moeten gaan doen,” zegt verdachte dan. Daarna noemt hij de datum en locatie van de uitreiking.
Grens
Verdachte en zijn streams roepen volgens het OM op tot een anti-democratische houding richting de overheid en haar instituties. “Verdachte voedt dit gedachtegoed, bewust en keer op keer. Er is sprake van een campagne. Dat is ernstig.”
Het doel van verdachte is de publieke taak van Van Dissel en de advocaat - een kernfunctionaris in onze rechtsstaat - verstoren. Hij acht het geoorloofd daartoe strafbare feiten te plegen. “Het OM trekt hier een grens. En ja, dat moet ook een preventieve werking hebben.”
Explosie in Amsterdam
Eerder werden al verdachten veroordeeld voor bedreiging en opruiing. Maar de verdachte van vandaag is een hoofddader. “Echt een andere categorie dan de eerdere verdachten.”
Voor het bedreigen van de advocaat en het oproepen tot een explosie (midden in Amsterdam, én gericht tegen Van Dissel) eiste het OM negen maanden cel. De politierechter legde dat ook op, maar deels (drie maanden) voorwaardelijk.