ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 38-jarige man uit Amsterdam voor het dreigen met een terroristisch misdrijf in Arnhem. Daarnaast bedreigde hij een reclasseringsmedewerker en schold hij agenten uit. De man krijg een gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 254 dagen voorwaardelijk.
De man belde op 16 januari 2024 naar de gemeente Arnhem om te dreigen met een aanslag in Arnhem. Hij zou met een groep onderweg zijn naar Arnhem om brand te stichten en iets op te blazen met vuurwerk. Hij was boos dat de gemeente een demonstratie van Pegida toestond, waarbij een Koran zou worden verbrand. Het geweld waarmee de man dreigde kan worden gezien als terroristisch misdrijf, omdat hij hiermee de burgemeester van Arnhem dan wel de gemeente wilde dwingen Pegida-demonstraties voortaan te verbieden.
Daarnaast bedreigde hij op 5 januari 2024 een reclasseringsmedewerker door naar de griffie van de rechtbank Midden-Nederland te bellen en te zeggen dat hij de reclasseringsmedewerker op zou blazen als hij de rechter niet kon spreken. Ook beledigde de man op 17 januari 2024 twee agenten door ze uit te schelden.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De deskundigen stelden vast dat bij de man sprake is van een licht verstandelijke beperking en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Zij adviseerden om de man als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank volgt het advies van de deskundigen en beschouwt hem als verminderd toerekeningsvatbaar.
Behandeling nodig
De man heeft een lang strafblad, dat vol staat met soortgelijke delicten. Volgens de deskundigen kan de behandeling van de man het beste worden vormgegeven door een tbs-maatregel met voorwaarden. Dit komt overeen met eis van het Openbaar Ministerie. De man is echter niet bereid om mee te werken aan behandeling in dit kader, wat wel een vereiste is voor tbs met voorwaarden.
De man heeft behandeling nodig. Een Tbs met dwangverpleging vindt de rechtbank te ver gaan gezien de aard en de ernst van de delicten. Daarmee blijft over een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. Deze voorwaarden bestaan uit het meewerken aan reclasseringstoezicht, opname in een zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en ambulante behandeling. Dit biedt de kans om het gewenste behandeltraject vorm te geven, met de motivatie en medewerking van de man. Voordat de man aan zijn behandeling kan beginnen moet hij tot juni 2025 nog een restant van de ISD-maatregel uitzitten die hij als stelselmatig dader eerder door de rechtbank opgelegd kreeg.