Molotovcocktails
De verdachte nam via een kennis de opdracht aan om voor een beloning van 6.000 euro een vernieling te plegen. Via Snapchat werd hij geïnstrueerd hoe, waar en wanneer hij dit moest doen. De bedoeling was dat hij een molotovcocktail, die ergens anders in een plastic tas was klaargezet, moest aansteken en in een woning naar binnen moest gooien.
Op 14 september 2023 gooide de verdachte op aangeven van zijn opdrachtgever 's middags een molotovcocktail in een woning, waardoor in die woning een brand is ontstaan. In de woning waren mensen aanwezig, die na het ontstaan van de brand de woning zijn ontvlucht.
Vervolgens kreeg hij de opdracht om bij een andere woning hetzelfde te doen. Op 18 september 2023 heeft hij in opdracht laat op de avond in deze woning een brand veroorzaakt door een brandende molotovcocktail naar binnen te gooien. Ook in deze woning waren mensen aanwezig. Doordat de brandweer tijdig ter plaatse was, is de schade beperkt gebleven. De verdachte heeft in opdracht twee dagen later, op 20 september 2023, bij dezelfde woning opnieuw 2 molotovcocktails naar binnen gegooid. De in de woning aanwezige mensen wisten tijdig te vluchten. De woning is vervolgens volledig uitgebrand.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte de 3 branden heeft gesticht en dat hij daarmee ook schuldig is aan poging tot moord. Hoewel het volgens de verdachte niet de bedoeling was dat er slachtoffers zouden vallen en hij ook in de veronderstelling was dat er geen mensen thuis waren, had hij kunnen weten dat dat het gevolg zou kunnen zijn. De verdachte heeft in alle 3 de gevallen doordacht en planmatig in woningen brand gesticht. Hij heeft niet gecontroleerd of er mensen in de woningen aanwezig waren op het moment dat hij de molotovcocktails de woningen in gooide. Hij heeft na het brandstichten ook niets gedaan om eventueel toch aanwezige mensen, of anderen, te waarschuwen.
De verdachte was tijdens de brandstichtingen 20 jaar. Volgens deskundigen functioneert hij sociaal-emotioneel op een jonger niveau en heeft hij pedagogische sturing nodig. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen om het jeugdstrafrecht toe te passen over. De bewezen verklaarde feiten zijn zeer ernstig. Daarom legt de rechtbank hem de maximale jeugddetentie van 24 maanden op, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. Tijdens de proeftijd van 3 jaar moet hij zich aan een aantal voorwaarden houden, zoals een meldplicht bij de reclassering, het volgen van ambulante behandeling en begeleiding, het deelnemen aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het hebben van een dagbesteding. Daarnaast moet de verdachte aan verschillende slachtoffers een schadevergoeding betalen van in totaal bijna 60.000 euro.