Twee verdachten worden veroordeeld voor betrokkenheid bij de voorbereiding van de liquidatie van twee mannen. De ene verdachte wierf vanuit detentie met een PGP-telefoon een medegedetineerde, die voor hem zou regelen dat deze twee mannen zouden worden vermoord. De andere verdachte droeg vervolgens een groot geldbedrag over voor de geplande liquidatie. Het kwam uiteindelijk niet tot een uitvoering van de liquidatie.
Het hof veroordeelt een derde man, omdat hij in zijn huis 34 kalasjnikovs bewaarde.
Gevangenisstraffen van 12, 4 en 3 jaar
Het hof weegt bij het bepalen van de strafmaat voor de eerste verdachte mee dat hij vanuit
detentie doorging met crimineel handelen. Hij zat nota bene gedetineerd op verdenking van betrokkenheid bij een andere moord, maar dat weerhield hem er niet van om zeer gewelddadige plannen te maken die verband hielden met een hoogopgelopen conflict in het criminele milieu. Door zich schuldig te maken aan deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk moord, door te proberen een moord uit te lokken en door voorbereidingshandelingen op een moord uit te lokken gaf de verdachte er blijk van dat hij geen enkel respect heeft voor andermans leven. Het hof legt hem hiervoor een gevangenisstraf van 12 jaar op.De tweede verdachte liet zich willens en wetens heeft lenen voor het overdragen van een geldbedrag dat bedoeld was om personen te laten vermoorden. Het hof beslist dat hij hiervoor een celstraf van 4 jaar krijgt.
Het hof vindt dat de derde verdachte moest weten dat hij de wapens bewaarde voor een criminele organisatie, die ze mogelijk zou gaan gebruiken voor zeer ernstig en zelfs dodelijk geweld. Voor hem geldt wel dat hij zijn leven inmiddels een andere wending heeft gegeven en deze weg ook na een detentie wil blijven inslaan. Hij krijgt een gevangenisstraf van 3 jaar opgelegd.