AMSTERDAM - Het Amsterdamse Incassobureau Juristu handelde in strijd met de wet. Dat oordeelt de kantonrechter.
De klant van het incassobureau, een administratie- en advieskantoor, schakelde in juli 2019 Juristu in voor het innen van openstaande rekeningen bij drie klanten. Nadat het incassobureau de drie debiteuren had aangeschreven, betaalden zij alle drie alsnog hun openstaande rekeningen binnen de gestelde termijn. Het incassobureau meldde zijn klant echter dat de rekeningen nog niet waren betaald en adviseerde om gerechtelijke stappen te ondernemen. De kosten daarvoor moest het administratiekantoor voorschieten, maar zouden volgens het incassobureau later worden verhaald op de debiteuren.
Schikking niet nagekomen
Het administratiekantoor volgde het advies op en ontdekte pas later dat de rekeningen al waren betaald. Het incassokantoor weigerde hierover vragen te beantwoorden. Pas na tussenkomst van een advocaat kwamen de twee partijen tot een schikking. Het incassokantoor kwam haar betalingsverplichting echter niet na, waarop het administratiekantoor naar de rechter stapte.
Willens en wetens misleid
De kantonrechter is van oordeel dat het incassobureau willens en wetens foutieve informatie heeft verstrekt over verschillende onderdelen van het proces. Omdat het in dit geval om drie afzonderlijke dossiers gaat, wijst dit eerder op een structurele werkwijze, dan op een omissie, zoals het incassobureau zelf stelde. Daarnaast bracht het bureau onder andere te hoge bedragen in rekening bij zijn klant. Tot slot rekent de kantonrechter het Juristu aan dat er onnodig gebruik is gemaakt van rechtsmiddelen. Het bureau wordt daarom veroordeeld tot het betalen van alle proceskosten en het vergoeden van de rente over het te laat betaalde schikkingsbedrag.