Standpunt OM in hoger beroep
Volgens het OM kon worden bewezen dat de verdachten gezamenlijk medeplichtig waren bij deze aanslag aan de Apollolaan in Amsterdam. Zij zouden de schutter hebben ondersteund door hem auto’s ter beschikking te stellen, hem onderdak te verschaffen en hem in zijn levensbehoeften te voorzien. Tenslotte zouden zij de schutter naar de omgeving van het kantoor van Endstra hebben gebracht. Het OM achtte voor twee van de verdachten ook bewezen: het voorhanden hebben van vuurwapens en heling van twee auto’s.
Getuigen ter plaatse
De politie heeft vele getuigen gehoord die op 17 mei 2004 rond 12 uur op de Apollolaan waren. In samenhang met camerabeelden en forensisch bewijs leidde dit tot de aanhouding van de schutter, die in 2012 in detentie overleed. Dat ook de verdachten tijdens de aanslag aanwezig waren op de plaats van het delict blijkt echter niet uit die verklaringen.
12.000 extra pagina’s in hoger beroep
Het OM bracht in hoger beroep stukken van twee andere moordzaken als aanvullend bewijs in: Boeddha (de liquidatie van J. M. in 2005 in Thailand) en Husky (de liquidatie van H.Y. in 2006 in Tilburg). Daarnaast gaf het OM een schets van de samenhang tussen verschillende lagen van een vermeende criminele organisatie. Tenslotte is uitgebreid onderzoek verricht ter verificatie van de verklaringen van de getuige H.K., die inmiddels ook is overleden.
Vrijspraak
Het hof oordeelt dat er te weinig bewijs voorhanden is dat de verdachten de door het OM gestelde handelingen ten behoeve van de schutter zouden hebben verricht. De extra ingebrachte stukken hebben daarin geen verandering gebracht.