Straffen
Het hof legde de volgende straffen op:
Verdachte F. een gevangenisstraf van 10 jaar en 6 maanden, voor deelname aan een criminele organisatie, medeplegen van witwassen en grootschalige invoer van cocaïne, aanwezig hebben van 4 kilo cocaïne en van 2 vuurwapens met munitie. De rechtbank legde hem 8 jaar en 6 maanden gevangenisstraf op.
Verdachte A. de K. een gevangenisstraf van 2 jaar en 1 maand, voor medeplegen van witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank legde hem 10 maanden gevangenisstraf op.
Verdachte M. de K. een gevangenisstraf van 1 jaar en 3 maanden waarvan 5 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar voor medeplegen witwassen. De rechtbank legde haar 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf op met een proeftijd van 2 jaar en 240 uur taakstraf.
De vierde verdachte V. een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 160 uur, wegens medeplegen witwassen van vier geldbedragen. De rechtbank legde haar 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf op met een proeftijd van 2 jaar en 120 uur taakstraf.
Aanhouding op Schiphol
Deze strafzaak is aan het rollen gebracht door de aanhouding op Schiphol van A. de K. op 17 februari 2017 met 2 ton aan eurobiljetten verstopt in spijkerbroeken in zijn koffer. Hij was van plan dit geld naar Brazilië te brengen. Later bleek dat hij dat in opdracht van F. deed en tweemaal eerder had gedaan.
Vervolg onderzoek FIOD
Daarop zijn vele woningen doorzocht, waarbij onder meer grote hoeveelheden geld, een geldtelmachine, 4 kilo cocaïne en 2 vuurwapens met munitie zijn aangetroffen. Vele verdachten, waaronder de vier verdachten die in hoger beroep gingen, zijn aangehouden.
Een laptop werd aangetroffen met daarop veel foto’s en informatie met betrekking tot omvangrijke cocaïnetransporten met zeeschepen vanuit Brazilië via de Westerschelde, die in de Antwerpse haven werden gelost.
Aldus kwam de internationaal opererende criminele organisatie aan het licht, die gedurende drie jaar bestond.
Hogere straffen
Het hof legt alle verdachten hogere straffen op dan de rechtbank, omdat het van oordeel is dat die straffen onvoldoende recht deden aan de impact en omvang van de bewezen verklaarde feiten gedurende een lange periode.
Het hof matigt de aanvankelijk beoogde straffen enigszins, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn zowel in de procedure bij de rechtbank als bij het hof.