DEN HAAG - Korpschef Henk van Essen heeft veel waardering en respect voor de (oud-)politiemensen die in de documentaire ‘De Blauwe Familie’ vertellen over hun ervaringen met discriminatie en uitsluiting binnen de politie. De documentaire wordt maandagavond uitgezonden, maar staat nu al online. ‘De persoonlijke verhalen maken pijnlijk duidelijk hoe groot de impact daarvan is en hoe lang het doorwerkt’, reageert hij. ‘Elke collega die dit meemaakt, is er één te veel.’
De makers kozen ervoor de politie vooraf niet bij het maken van de film te betrekken. Wel kreeg de korpsleiding de mogelijkheid de documentaire al eerder te bekijken. Dit deden korpschef Henk van Essen en plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer afgelopen vrijdag, samen met een aantal collega’s uit de documentaire, de makers van de film en de voorzitters van de vakbonden. Daarbij waren ook politiemensen die zich dagelijks inzetten voor een diverser en inclusiever korps. Na afloop volgde een persoonlijk en waardevol gesprek.
Impact van lange duur
De documentaire laat op indringende wijze zien dat discriminatie en uitsluiting ook binnen de politie voorkomen en hoe lang dit doorwerkt. Het verdriet en de boosheid die de betrokken collega’s soms na jaren nog ervaren, is groot. ‘Dit wordt niet weggenomen met alleen een interventie, sanctie of verbetering aan het systeem. Het is niet weg “als de zaak is afgehandeld”,’ beseft de korpschef.‘
Ik realiseer me dat het heel moedig is dat deze collega’s hun verhaal hebben durven doen, ondanks dat zij zo teleurgesteld zijn. Teleurgesteld dat de politie hen onvoldoende heeft geholpen en gesteund,’ zegt Van Essen. ‘Het raakt me dat ze zich eerder binnen het korps en door de leiding onvoldoende gehoord hebben gevoeld. Dat ze hun verhaal nu vertellen, getuigt van vasthoudendheid, betrokkenheid, en een sterke motivatie om de politie te verbeteren en verder te helpen. Die motivatie delen we. Dat hebben we ook met hen besproken.’
Bekend beeld
Dat politiemensen discriminatie en uitsluiting ervaren, blijkt ook uit de Medewerkersmonitor 2020-2021. 6% van de medewerkers heeft het afgelopen jaar discriminatie meegemaakt. 12% kreeg te maken met pesten of intimidatie. Deze percentages liggen lager dan bij het vorige onderzoek, maar boven het gemiddelde in Nederland. ‘Discriminatie hoort niet thuis binnen de samenleving. Ook niet binnen de politie. We moeten ons blijven inspannen om het uit te bannen. Dat is onze taak. Als politie hebben we hierin een belangrijke, tweeledige opdracht.’
Verbinding zoeken
Er zullen politiemensen zijn die de situaties uit de documentaire herkennen, maar deze anders hebben beleefd of er anders op terugkijken. Van Essen: ‘Dat mag er ook zijn. Belangrijk is dat we zorgen dat dit niet leidt tot verdeeldheid, maar bijdraagt aan verbinding. Het gaat om de onderliggende boodschap van deze documentaire. Dat is dat discriminatie en uitsluiting voorkomen, ook binnen de politie. En dat de impact voor collega’s enorm is. Daar moeten we ons van bewust zijn. En er alles aan doen om het te veranderen.'
De korpschef hoopt dan ook dat iedereen de documentaire gaat bekijken. ‘In veel organisaties – ook binnen ons korps – is het gesprek gaande over veiligheid op de werkvloer. Maatschappelijke ontwikkelingen en het publieke debat – zoals naar aanleiding van de dood van George Floyd, de Black Lives Matter-protesten of de gebeurtenissen rondom The Voice of Holland – helpen daarbij. Dat geldt ook voor media-aandacht voor het onderwerp; door het zichtbaar te maken, wordt het bespreekbaar. Deze documentaire helpt daar ook bij.’
Beter kunnen en moeten
De korpschef gaat verder: ‘Wij zijn een politie voor iedereen. Dat klinkt als iets vanzelfsprekends, maar we weten uit ervaring dat dat niet zo is. Het is een veranderopgave: maatschappelijk en persoonlijk. En het gaat niet vanzelf. Dagelijks zetten veel collega’s zich hier actief voor in, onder meer binnen het interne programma ‘politie voor iedereen’ en het Netwerk Divers Vakmanschap. Het beeld dat de politie op dit gebied al dertig jaar stilstaat en er in die tijd helemaal niets is veranderd, deel ik niet. En doet geen richt aan de inspanningen van al die collega’s. Maar we zijn er nog niet, ook dat is duidelijk. Werkende weg worden er nog steeds gebreken of tekortkomingen zichtbaar; dingen die we beter kunnen en moeten doen. Dat zal ook de komende jaren zo blijven. We hebben hier allemáál iets in te doen; niet alleen leidinggevenden, maar alle 65.000 collega’s. Want veiligheid buiten begint bij veiligheid binnen.’