Door het gesprek vervloog de hoop dat de 38-jarige man ut Amsterdam-Oost levend werd teruggevonden, zei de officier van justitie vandaag op zitting. De politie was naar de man op zoek nadat een vriend hem op 13 april 2023 als vermist had opgegeven. Enkele uren na het gesprek tussen de 51-jarige man en zijn ex-partner op 18 april 2023, wist de politie de verdachte te traceren en aan te houden. In de kofferbak van zijn auto vond de politie verschillende lichaamsdelen die in vuilniszakken waren verpakt. De romp van het lichaam was niet aanwezig. Op aanwijzingen van de verdachte vindt de politie de romp die de verdachte had begraven bij een klooster in Duitsland.
Motief ontbreekt
In een uitgebreide presentatie schetste de officier van justitie een tijdlijn die is gebaseerd op beschikbare camerabeelden, de analyse van digitale gegevensdragers, getuigenverklaringen en de resultaten van doorzoekingen. Hieruit blijkt volgens het OM dat de verdachte in zijn woning in Heiloo een afspraak had met het slachtoffer. Vóór die afspraak heeft hij allerlei spullen gekocht waaronder handschoenen, vuilniszakken, allesreiniger, een mes, moker, bijl en een zaag. Binnen drieënhalf uur nadat ze samen zijn woning waren binnengegaan zou de verdachte het slachtoffer hebben gedood en vervolgens zijn lichaam in zeven stukken hebben gesneden en in vuilniszakken in koffers hebben verstopt. Daarna is hij naar Duitsland gereden.
Op de vraag waarom de 38-jarige man op een beestachtige wijze dood moest, heeft het onderzoek geen uitsluitsel kunnen geven. Allerlei motieven zijn onderzocht. Vast staat dat de verdachte en het slachtoffer elkaar kenden; ze waren (oud-)collega’s en werkten in hetzelfde restaurant in Amsterdam. Tijdens de inhoudelijke behandeling is de vraag nogmaals gesteld. Een antwoord is echter uitgebleven. De dood van de 38-jarige man heeft bij de nabestaanden diepe gevoelens van verdriet en woede nagelaten. “Naast het gemis zullen ze ook moeten leven met de respectloze manier waarop het lichaam van het slachtoffer is weggemaakt”, zei de officier van justitie.
Toerekeningsvatbaar
De verdachte is onderzocht in het Pieter Baancentrum. Het OM concludeert dat de noodzaak voor het opleggen van de TBS-maatregel niet voortkomt uit het persoonlijkheidsonderzoek van de verdachte of andere dossierstukken, en dus ook niet onderbouwd kan worden. De verdachte is daarom volgens het OM volledig toerekeningsvatbaar.
Wel ziet het OM de noodzaak om aan de verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op te leggen. ‘Ter voorkoming van recidive bestaat er een noodzaak om enige vorm van toezicht te kunnen houden op verdachte na ommekomst van zijn detentie”, licht de officier van justitie toe.
De rechtbank doet op 15 november uitspraak.