AMSTERDAM - Vandaag hebben 5 verdachten zich verantwoord voor de rechtbank in Zwolle. Zij werden in de zomer van 2021 op heterdaad aangehouden in Amsterdam toen zij vanuit een aantal containers een grote hoeveelheid onveraccijnsde sigaretten aan het lossen waren. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt hen het opzettelijk voorhanden hebben van sigaretten waarover geen accijns werd geheven.

Het onderzoek naar de verdachten startte naar aanleiding van informatie die door de FIOD werd ontvangen van de Turkse autoriteiten over vermoedelijke smokkel van sigaretten. In die melding werden containernummers genoemd en de bestemming van de containers zou Nederland zijn. De containers werden via Hamburg naar een loods in Nederland vervoerd. Bij aankomst in de loods werden verdachten op heterdaad aangehouden. De containers bleken vol te zitten met sigaretten. De pakjes sigaretten bleken niet voorzien van Nederlandse accijnszegels en waren niet in de heffing van accijns betrokken. Na telling bleek dat het om bijna 20 miljoen onveraccijnsde sigaretten ging. Het accijnsnadeel hiervan bedraagt bijna 5 miljoen euro.

Ernst van de feiten
“Het illegaal voorhanden hebben van (valse) accijnsgoederen verstoort de reguliere markt voor tabakswaren en werkt ontwrichtend op het systeem van de economische ordening van het land. Bovendien leidt het ertoe dat het innen van de accijns wordt ontdoken. Het met de accijnsheffing tevens beoogde doel, te weten het terugdringen van roken vanwege de enorme gezondheidsrisico’s, wordt ernstig ondermijnd. Het door de Belastingdienst berekende nadeelbedrag aan niet betaalde accijns is zeer fors, bijna 5 miljoen. Daarbij komt dat er geen enkel toezicht of controle is op het fabricageproces. De kans dat zich in illegaal gefabriceerde sigaretten, op zich al een schadelijk voor de gezondheid, andere schadelijke stoffen bevinden is aanzienlijk.”, aldus de officier.

Strafeisen
Verdachten zijn allen eerder voor diverse delicten veroordeeld en hebben een omvangrijk strafblad wat bij een aantal tot vele jaren geleden terug gaat.

De eerste verdachte houdt zich zijn hele werkzame leven al bezig met crimineel handelen. De laatste jaren als organisator. Tegen hem eist de officier een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek van de voorlopige hechtenis.

Ook de tweede verdachte heeft een uitgebreid verleden met justitie. Tegen hem eist de officier een gevangenisstraf van 2 jaar met aftrek van de voorlopige hechtenis en herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor de duur van 365 dagen.

Tegen de derde verdachte, tevens een bekende van justitie, eist de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 367 dagen, waarvan 200 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van de voorlopige hechtenis. Dit betekent dat deze verdachte van het OM niet terug de cel in hoeft.

De overige twee verdachten hoorden een gevangenisstraf van 6 maanden en een gevangenisstraf van 9 maanden tegen zich eisen, met aftrek van de voorlopige hechtenis.

De rechtbank zal uitspraak doen op maandag 9 mei 2022.