AMSTERDAM - Een 21-jarige man is veroordeeld tot 28 maanden gevangenisstraf waarvan 8 maanden voorwaardelijk onder meer omdat hij van augustus 2023 tot en met april 2024 als medeplichtige behulpzaam was bij oplichtingen en diefstallen van geld en sieraden en het pinnen met gestolen bankpassen. Hij werkte bij een telecombedrijf en heeft grote hoeveelheden persoonsgegevens van klanten verstrekt aan anderen waarmee (bank)helpdeskfraude is gepleegd.
Die gegevens zijn al dan niet opgevraagd uit systemen van een telecombedrijf waar de 21-jarige man werkte. Onder die gegevens waren die van de negen (hoog)bejaarde slachtoffers. In alle gevallen betrof het (bank)helpdeskfraude waarbij iemand zich onterecht voordoet als bankmedewerker, KPN medewerker of politieagent om slachtoffers zo geld afhandig te maken. Het vertrouwen dat de slachtoffers in andere mensen hebben, is ernstig aangetast. Met zijn daden droeg de 21-jarige man hieraan bij.
Ook nam hij persoonsgegevens van honderden klanten van het telecombedrijf over en deelde een (groot) deel ervan met anderen en schaadde zo het vertrouwen dat klanten van dat bedrijf mogen hebben dat hun gegevens veilig zijn. Daarnaast pleegde hij in april 2024 Marktplaatsfraude door een artikel waarvoor betaald was niet te leveren. Hij pleegde meerdere vormen van fraude telkens om daar financieel van te profiteren.
Geen toepassing jeugdstrafrecht
Uit zijn strafblad blijkt dat hij een keer eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Dat weegt in zijn nadeel mee in de strafmaat. De reclassering adviseerde het volwassenstrafrecht toe te passen. De 21-jarige man functioneert op (licht) verstandelijk beperkt niveau en handelt impulsief en is beïnvloedbaar. Toch heeft jeugdstrafrecht volgens de reclassering geen meerwaarde omdat hij niet pedagogisch beïnvloedbaar lijkt te zijn. Zijn problematiek kan goed behandeld worden binnen het volwassenenstrafrecht met bijzondere voorwaarden. De rechtbank neemt het reclasseringsadvies over.
Daarnaast legt de rechtbank de bijzondere voorwaarden op die de reclassering adviseerde. Zo moet hij zich onder meer ambulant laten behandelen door een forensische zorginstelling en mag hij geen contact hebben met zijn medeverdachten