AMSTERDAM - "Headshot krijgtie straks." Dat bericht plaatste een 51-jarige Amsterdammer in april op Twitter. Hij doelde op minister-president Mark Rutte. En daarmee heeft de man zich volgens het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan bedreiging.
De Amsterdammer plaatste zijn tweet als reactie op een bericht dat ging over Mark Rutte. Hij doelde volgens de officier van justitie dus duidelijk op de minister-president. Het account van de man was openbaar, dus iedereen kon het lezen. De man heeft overigens deze week zijn twitteraccount opgeheven.
Bij de politie vertelde de man dat hij het bericht inderdaad had geplaatst. Hij bedoelde ermee dat de minister-president voor een tribunaal zou moeten verschijnen en dan geëxecuteerd zou worden.
De verdachte zegt verder dat hij niet zelf het headshot zou geven. Maar dat maakt niet uit. Het bericht was geschikt om bij het slachtoffer de vrees opwekken dat de afzender of iemand anders de bedreiging kon waarmaken.
Impact
Bij de strafeis heeft het Openbaar Ministerie met een aantal dingen rekening gehouden. Te beginnen met dat verdachte een min of meer bekende Nederlander is en dat zijn woorden dus meer impact kunnen hebben. Daar moest hij zich van bewust zijn. Daarbij gebruikte hij een openbaar account, waardoor naast zijn 10.700 volgers ook ieder ander het kon lezen.
Wat het nog kwalijker maakt is dat hij de tweet plaatste tijdens de coronapandemie en zich richtte tegen de minister-president, één van de belangrijkste vertolkers van het overheidsbeleid. Hij heeft daarmee het overheidsbeleid om de pandemie te beteugelen ondermijnd. Hij heeft ook geen afstand genomen van zijn bericht, sterker, hij heeft ook na zijn verhoor nog weer een tweet geplaatst met een strafbare inhoud gericht tegen politici (namelijk een belediging van minister Hugo de Jonge).
Eis en uitspraak
Volgens het Openbaar Ministerie is een gevangenisstraf op zijn plaats. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken, waarvan 4 voorwaardelijk.
De politierechter deed meteen uitspraak en veroordeelde de verdachte tot een taakstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 weken.
De verdachte was zelf niet bij de zitting aanwezig.