Werkwijze
De twee incidenten vonden plaats op 26 mei 2020 in Amsterdam en op 14 juni 2020 in Limmen. De verdachten hanteerden voor beide incidenten eenzelfde werkwijze. De 21-jarige verdachte maakte op datingsites accounts aan op naam van een meisje dat zij Laura noemden. Daarbij werden foto's geplaatst van de 20-jarige medeverdachte. Via het account van ‘Laura’ is contact gelegd met de twee slachtoffers. Er zijn chats en telefoongesprekken geweest waarin impliciet en expliciet werd gesproken over het hebben van seks tussen de mannen en Laura. Op enig moment vertelde 'Laura' tegen de één dat ze 15 jaar oud was, tegen de ander dat ze minderjarig was. De 21-jarige verdachte verzamelde deze berichten en andere persoonlijke informatie om de mannen hiermee te kunnen chanteren voor geld.
Ongeveer een week vóór de incidenten hebben de 20-jarige medeverdachte die zich voordeed als Laura en de slachtoffers elkaar ontmoet. Dit gebeurde bij de ene man in Den Bosch, bij de andere in Amsterdam. Met de ontmoetingen moest vertrouwen worden gewonnen. Vervolgens spraken in beide gevallen 'Laura' en het slachtoffer af elkaar opnieuw te ontmoeten om seks met elkaar te hebben in een hotel of Airbnb.
De date bleek echter een val te zijn. Eenmaal in de kamer liet de verdachte die zich voordeed als Laura, de 21-jarige verdachte en een andere medeverdachte binnen. Er werd direct geweld gebruikt. Er is geslagen en één van de verdachten had een vuurwapen. Bij het incident in Amsterdam is er naast het vuurwapen ook een mes getoond. De verdachten lieten de belastende informatie zien die ze hadden verzameld en chanteerden de mannen daarmee. Ze dreigden de informatie bekend te maken tenzij geld werd betaald. De mannen gingen in beide gevallen (uiteindelijk) overstag en stonden hun bankpassen en pincodes af. Twee verdachten reden vervolgens naar de pinautomaat. Na het pinnen werden de twee andere verdachten opgehaald. Het buitgemaakte geld is onder de verdachten verdeeld.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachten uiterst geraffineerd te werk zijn gegaan. Die berekenende werkwijze laat de rechtbank zwaar wegen bij de bepaling van de straffen. De verdachten hebben zich specifiek gericht op mannen die interesse toonden in een jong meisje, omdat dit hen chantabel maakte. De verdachten waren met name uit op hun eigen financiële gewin. Ze hebben geen rekening gehouden met de consequenties en de impact van hun handelen. De gechanteerde mannen hebben verklaard doodsangsten te hebben uitgestaan. Een van hen heeft aanzienlijk letsel opgelopen door het vele geweld dat tegen hem is gebruikt.
De door hem ingediende vordering van 15.000 euro voor immateriële schade wijst de rechtbank af. Deze schade is ontstaan toen hij verscheen op een seksafspraak met een meisje waarvan hij dacht dat ze 15 jaar was. Zijn voorgenomen gedrag was dus strafbaar. Onder deze omstandigheden vindt de rechtbank het niet billijk hem daarvoor een vergoeding toe te kennen. De materiële schade van 200 euro wordt wel toegewezen.
Straffen
De 21-jarige verdachte heeft volgens de rechtbank een leidende rol gespeeld en een groot aandeel gehad bij het gebruikte geweld en het afpersen. De rechtbank weegt in zijn voordeel mee dat hij tot op zekere hoogte openheid heeft gegeven over zijn betrokkenheid bij de twee feiten. Hij wordt veroordeeld tot een celstraf van 40 maanden waarvan 10 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De 20-jarige verdachte die zich voordeed als 'Laura' heeft volgens de rechtbank een niet te onderschatten rol gespeeld, maar geen leidende rol. Uit de rapportages blijkt dat er sprake is van psychiatrische en andere problematiek. Daarin ziet de rechtbank aanleiding de feiten haar in verminderde mate toe te rekenen en het jeugdstrafrecht toe te passen. Het is van groot belang dat ze de juiste behandeling ondergaat. De rechtbank veroordeelt haar tot een jeugddetentie van 194 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk. Daarnaast krijgt ze een werkstraf van 200 uur.
De 17-jarige verdachte was alleen betrokken bij de gebeurtenissen op 26 mei 2020 in Amsterdam. Hij is degene geweest die het slachtoffer heeft geslagen en met een vuurwapen bedreigd. Hij werd niet verdacht van betrokkenheid bij de afpersing in Limmen. Hem worden 219 dagen jeugddetentie opgelegd waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en een werkstraf van 240 uur.
De 19-jarige verdachte heeft volgens de rechtbank een groot aandeel gehad in de gebeurtenis op 14 juni 2020 in Limmen. Hij was degene die het slachtoffer heeft geslagen en met een vuurwapen heeft bedreigd. Ook heeft hij geen openheid gegeven over zijn betrokkenheid. Hij werd niet verdacht van betrokkenheid bij het gebeuren in Amsterdam. Verder was er bij hem sprake van handel in en bezit van drugs op een ander moment. Hij wordt voor al deze feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Naast deze straffen heeft de rechtbank hen één of meer bijzondere voorwaarden opgelegd.
De 20-jarige verdachte is vrijgesproken van de afpersingen. Wel is hij als chauffeur zijn medeverdachten behulpzaam geweest, oordeelt de rechtbank. Hij zorgde voor het vervoer als dat nodig was. Zo heeft hij onder andere de 21-jarige verdachte naar het hotel en de Airbnb gebracht en de 20-jarige verdachte naar de pinautomaat gereden om het geld op te nemen. Hij is daardoor medeplichtig. Hij krijgt een gevangenisstraf van 165 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 180 uur.