De zaak begint op 24 juni bij metrostation Bullewijk. Een man – de latere verdachte – heeft blijkbaar ruzie met een vrouw. Die ruzie loopt uit de hand, waarbij de man de keel dichtknijpt van de vrouw. Als het slachtoffer het bewustzijn lijkt te verliezen, probeert een omstander in te grijpen. Die moet dit echter bekopen, want de verdachte trekt een vuurwapen en schiet op de hulpvaardige omstander. Bij het wegduiken, breekt deze persoon zijn knie. De verdachte gaat er vandoor.
De politie start na deze gebeurtenissen direct een intensief onderzoek. Binnen dat onderzoek worden diverse specialisten en opsporingsmethoden ingezet. Al vroeg in het onderzoek ontstaat het vermoeden dat de man en het vrouwelijke slachtoffer elkaar kennen. Omdat op videobeelden is te zien dat de vrouw met haar OV-kaart uitcheckt, kan haar identiteit achterhaald worden. Bij de woning van de vrouw komt ook al snel de verdachte in beeld.
Via andere opsporingsmethoden – er worden telefoontaps aangesloten – krijgt de recherche meer informatie over de verdachte. Hij lijkt zich bezig te houden met vuurwapenhandel. De persoon waarmee hij hierover contact heeft wordt ook aangemerkt als verdachte.
Omdat de verdachte mogelijk gevaarlijk kan zijn, worden voor de aanhouding extra maatregelen genomen. Door observatie wordt duidelijk wat zijn locatie is, zodat een veilig moment bepaald kan worden voor de aanhouding. Bij de aanhoudingen wordt het arrestatieteam ingezet. Beide aanhoudingen vinden plaats op de openbare weg. Bij één van de verdachte wordt een vuurwapen aangetroffen. Er worden drie plaatsen doorzocht waarbij cashgeld, munitie en ander bewijs wordt gevonden en veiliggesteld voor nader onderzoek.
De zaak is nog in onderzoek. De verdachten zitten vast en worden donderdag voorgeleid aan de rechter-commissaris.