Amsterdam - Het gerechtshof oordeelt dat twee agenten van de eenheid Amsterdam uit noodweer handelden toen zij op een psychiatrisch patiënt moesten schieten. Het Amsterdamse hof stelt in de uitspraak op een zogenaamde artikel-12 procedure dat de agenten definitief niet worden vervolgd. Tegen het besluit van het hof is geen beroep mogelijk.

Op 7 september 2016 werd de patiënt in zijn woning in Oost opgehaald voor een dwangopname. De agenten zagen de man met een mes stekende bewegingen maken. Het Openbaar Ministerie oordeelde eerder na onderzoek dat de politieagenten uit noodweer hebben gehandeld. Het gerechtshof sluit zich hier nu bij aan en komt tot de conclusie dat aannemelijk is dat de man een mes in handen heeft gehad. De man is daarmee op de agent afgekomen en heeft een stekende beweging naar de agent gemaakt; dat neerkomt op een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van het lichaam van de agent.

Het gerechtshof stelt bovendien dat er geen aanwijzingen zijn dat de agenten niet de waarheid hebben gesproken. Voor alternatieve scenario’s ziet het hof geen grond.

Link naar de uitpraak van het Gerechtshof:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2018:1153