AMSTERDAM - Een man is veroordeeld tot 15 jaar en 3 maanden gevangenisstraf wegens doodslag op een Amsterdamse man en vrouw in november 2013. Dat was overeenkomstig de eis van het Openbaar Ministerie (OM); de rechtbank had eerder 14 jaar en 6 maanden opgelegd.


Nachtelijke steekpartij in een Amsterdamse woonwijk


In hun woning is eerst het mannelijke slachtoffer met vele messteken om het leven gebracht en daarna werd de vrouw ook doodgestoken, nadat zij de straat op was gevlucht. Veel buren waren daar getuige van. De verdachte en het mannelijke slachtoffer kenden elkaar uit de drugshandel. De verdachte is die avond bij de slachtoffers op bezoek geweest. Er zijn DNA-sporen op een mes aangetroffen dat op de vluchtroute van de dader is gevonden en ook belastende sporen op het horlogebandje van de verdachte. Het hof heeft daarom bewezen verklaard dat hij verantwoordelijk is voor deze twee steekincidenten met dodelijke afloop.


Vormverzuimen en gevolgen daarvan


De verdediging heeft gesteld dat er in het vooronderzoek veel niet goed is gegaan en concludeerde daaruit dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging. Het hof stelt verschillende tekortkomingen in het onderzoek vast. Het meest in het oog springen daarbij het in beslag genomen horloge van de verdachte, dat tijdens het onderzoek twee keer aan hem is teruggegeven terwijl dat niet had gemoeten. Ook de kleding van de slachtoffers is uiteindelijk bij de verdachte terechtgekomen, toen alleen zijn in beslag genomen kleding aan hem had moeten worden teruggegeven. Daarnaast heeft de officier van justitie op verschillende momenten aan de rechtbank onjuiste informatie gegeven over onderdelen van het dossier. Het hof oordeelde dat deze tekortkomingen al met al niet hebben geleid tot een oneerlijk proces, zodat de vervolging kon doorgaan. Ook geven de tekortkomingen in het onderzoek geen aanleiding voor strafvermindering. Wel is het zorgelijk dat er in dit uitgebreide onderzoek veel is misgegaan.


Lange duur procedure - strafvermindering


De procedure bij de rechtbank heeft 43 maanden geduurd, terwijl 16 maanden de norm is bij een verdachte die in voorlopige hechtenis zit. Bij het hof duurde de berechting 57 maanden, dus ook veel te lang. Het OM had berekend dat de maximaal op te leggen straf in dit geval 16 jaar en 3 maanden is, maar eiste een straf van 1 jaar minder, wegens deze overschrijdingen van de redelijke termijn. Het hof vond die maximaal op te leggen straf passend, gezien de ernst van deze levensdelicten.